Informatie over het eigen
netwerk
Het apparaat is compatibel met de UPnP-
architectuur (Universal Plug and Play). Met een
WLAN-toegangspunt of -router kunt u een eigen
netwerk maken en compatibele UPnP-apparaten op
het netwerk aansluiten die WLAN's ondersteunen,
zoals het apparaat, een compatibele pc, een
compatibele printer, een compatibel
geluidssysteem, een compatibele tv of een
geluidssysteem of tv voorzien van een compatibele
draadloze multimedia-ontvanger.
Als u de WLAN-functie van het apparaat in een eigen
netwerk wilt gebruiken, hebt u een werkend LAN
nodig, moeten de andere apparaten geschikt zijn
voor UPnP en verbinding hebben met hetzelfde
netwerk.
Zie 'WLAN', p. 35.
In het eigen netwerk worden de
beveiligingsinstellingen van de WLAN-verbinding
gebruikt. Gebruik de voorziening voor het eigen
netwerk in een WLAN-infrastructuurnetwerk met
een WLAN-toegangspunt en ingeschakelde
codering.
U kunt mediabestanden die zijn opgeslagen in
Galerij, delen met andere compatibele UPnP-
apparaten via het eigen netwerk. Als u de
instellingen van het eigen netwerk wilt beheren,
drukt u op
en selecteert u
Instrumenten
>
Connect.
>
Eigen media
. U kunt via het eigen
netwerk ook compatibele mediabestanden uit
Galerij bekijken, afspelen, kopiëren of afdrukken.
Zie 'Mediabestanden weergeven en delen', p. 100.
Het apparaat wordt alleen met het eigen netwerk
verbonden als u een verbindingsverzoek vanaf een
ander compatibel apparaat accepteert of als u in
97
Galerij
Galerij de optie selecteert voor het weergeven,
afspelen, afdrukken of kopiëren van
mediabestanden op het apparaat of naar andere
apparaten zoekt in de map Eigen netwerk.