Plaatsen
Druk op
en selecteer
Instrumenten
>
Connect.
>
Plaatsen
.
Met Plaatsen kunt u de positiegegevens van
specifieke locaties opslaan in het apparaat. U kunt
de opgeslagen locaties sorteren in verschillende
categorieën, zoals bedrijven, en andere informatie
daaraan toevoegen, zoals adressen. U kunt uw
opgeslagen plaatsen gebruiken in compatibele
toepassingen, zoals
GPS-gegevens
en
Kaarten
.
De GPS-coördinaten worden uitgedrukt in graden
en decimale graden op basis van het internationale
coördinatensysteem WGS-84.
Selecteer
Opties
>
Nieuwe plaats
als u een
nieuwe plaats wilt maken. Selecteer
Huidige
positie
als u een nieuwe positioneringsaanvraag
voor uw huidige locatie wilt maken. Selecteer
Handmatig opgeven
als u de positiegegevens
handmatig wilt invoeren.
112
Po
si
tio
neri
ng (GPS)
Ga naar een plaats en selecteer
Opties
>
Bewerken
als u informatie wilt bewerken of
toevoegen aan een opgeslagen plaats (bijvoorbeeld
een adres). Ga naar het gewenste veld en voer de
gegevens in.
Selecteer
Opties
>
Weergeven op kaart
als u de
plaats op de kaart wilt weergeven. Selecteer
Opties
>
Navigeren met kaart
als u een route
naar de locatie wilt maken.
U kunt uw plaatsen sorteren in vooraf ingestelde
categorieën en nieuwe categorieën maken. Druk de
bladertoets naar rechts in Plaatsen en selecteer
Opties
>
Categor. bewerken
als u nieuwe
plaatscategorieën wilt bewerken en maken.
Ga naar een plaats in Plaatsen en selecteer
Opties
>
Toev. aan categorie
als u de plaats wilt toevoegen
aan een categorie. Ga naar elk categorie waaraan u
de plaats wilt toevoegen en selecteer deze.
Selecteer
Opties
>
Zenden
als u een of meer
plaatsen naar een compatibel apparaat wilt
verzenden. De ontvangen plaatsen worden
opgeslagen in de map
Inbox
in Berichten.