Tips voor het maken van een
GPS-verbinding
Houd rekening met het volgende als het apparaat
geen satellietsignaal kan detecteren:
●
Als u binnen bent, ga dan naar buiten om een
beter signaal te ontvangen.
●
Ga als u buiten bent naar een omgeving met
minder obstakels.
103
Po
si
tio
neri
ng (GPS)
●
Controleer of de GPS-antenne van het apparaat
niet wordt afgedekt door uw hand.
Zie 'GPS-
ontvanger', p. 103.
●
Slechte weersomstandigheden kunnen de
signaalsterkte beïnvloeden.
●
Sommige voertuigen hebben getint (athermisch)
glas, dat de satellietsignalen kan blokkeren.
De status van het satellietsignaal
controleren
Als u wilt nagaan hoeveel satellieten het apparaat
heeft gevonden en of het apparaat satellietsignalen
ontvangt, drukt u op
en selecteert u
Instrumenten
>
Connect.
>
GPS-gegevens
>
Positie
>
Opties
>
Satellietstatus
. Of selecteer
Opties
>
Kaartweergave
>
GPS-info
in de
toepassing Kaarten.
Als uw apparaat
satellieten heeft
gevonden, wordt voor elke
satelliet een balk
weergegeven in de
weergave met
satellietgegevens. Hoe
langer de balk, des te sterker is het satellietsignaal.
Wanneer het apparaat voldoende gegevens van het
satellietsignaal heeft ontvangen om de coördinaten
van uw locatie te berekenen, wordt de balk zwart.
In eerste instantie moet het apparaat signalen van
minstens vier satellieten ontvangen om de
coördinaten van uw locatie te kunnen berekenen.
Nadat een eerste berekening is gemaakt, kunnen
verdere berekeningen van de coördinaten van uw
locatie mogelijk worden uitgevoerd met drie
satellieten. In het algemeen is de berekening echter
nauwkeuriger als er meer satellieten worden
gevonden.